Maandelijks archief: oktober 2022

Gedicht

1

Haar vagina was ijskoud en keihard

Welke vagina was nou ijskoud en keihard? 

Hoe was dat romantisch?

Ze zou hier niet blij van worden.

Niemand zou hier blij van worden.

Waarom kon hij geen normaal gedicht schrijven?

In de stijl van Bløf. 

Sterren. 

Zon.

Maan.

Strand. 

Lucht. 

Zee.

Bonzende harten.

Zoenen in de branding.

Ogen zus, ogen zo.

Enzovoorts.

Er zat geen schot in dit project.

Hij moest er nodig uit.

Zo gezegd, zo gedaan.

2

Voor de deur speelden de kinderen een rollenspel.

Lies was kapster en knipte met denkbeeldige schaar de haren van de buurjongen.

Die bleef niet stilzitten en dat maakte Lies woest.

Ze had het karakter van haar moeder.

De andere, Jacqueline, deed alsof ze een magazine las, terwijl ze wachtte op haar beurt.

Ook zij had het karakter van haar moeder.

De enige die het karakter van hun moeder niet had, was de buurjongen.

Voor zover Bram wist.

Stel je eens voor.

Nee, dat wilde hij zich niet voorstellen.

Hij maakte zich zo onzichtbaar mogelijk en raakte vrijwel ongezien aan het einde van de tuin.

Het hekje viel achter hem in het slot.

3

Op de boulevard was het rustig.

Een enkele auto. 

Een geparkeerde deelscooter.

De vishandel was gesloten.

Hier en daar een toerist.

Het laagseizoen floreerde zich een slag in de rondte.

Uit de schoorsteenpijp aan de overkant van het water kwam net als op alle andere dagen witte rook.

De wolken presenteerden zich in, an sich, interessante patronen, maar Bram was niet iemand die lang omhoog keek.

Haar vagina was ijskoud en keihard

Sjokkend met zijn handen in zijn zakken wachtte hij op inspiratie.

Het was in ieders belang dat die er was voor het avondeten.